Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10]Doornen [en] strikken zijn in den weg [11]des verkeerden; die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken. 10. Dat is, ellendigheden en plagen, waarin de boze door zijn kwade werken zo verward en verstrikt wordt, dat hij zich daaruit niet kan redden. 11. Dat is, des onherborenen en desgenen, die vreemd is van de vreze Gods.